James Watt verbetert uiteindelijk de stoommachine van Newcomen: hij maakt hem efficiënter in gebruik en geschikt voor aandrijving van fabrieken. In 1765 introduceert Watt de condensor, zijn belangrijkste uitvinding: een aparte ruimte buiten de cilinder, waarin de stoom afkoelt.
|
Dit levert een enorme verbetering van het rendement op van de machine met maar liefst 300%. Immers, bij de machine van Newcomen gebeurde dat afkoelen in de cilinder zelf, waarna deze ook weer moest worden opgewarmd, wat energie kost.
Verder ziet Watt in 1768 in Seaton Delaval een roterende machine, gemaakt door Oxley. Zo komt Watt tot de introductie van het werken met tandwielen (satellietwielen) die de kracht van de drijfstang overbrengen op de as met het vliegwiel (de introductie van het kruk-drijfstangmechanisme is voor Watt niet mogelijk, vanwege het dan geldende octrooi hierop van Pickard).
|
Vanaf dat moment is de stoommachine bruikbaar voor de aandrijving van werktuigen in fabrieken. Immers, de machine van Newcomen kende slechts een op- en neergaande beweging.
|