|
De "Lancashire"-ketel is een "vuurgangenketel", horizontaal gelegen in een bemetseling: een groot "vat" met een doorsnede van twee meter en een lengte van negen meter. Van voor naar achter lopen twee vuurgangen. Voor in de vuurgang onderhoudt de stoker het vuur door op een rooster steenkool te werpen. Hier vandaan lopen de vuurgangen in de ketel zelf en door kanalen in het metselwerk. De trek van de schoorsteen zuigt de vlammen en rookgassen aan en deze doorlopen nu een lange weg: van voor naar achter gaan de vlammen door de vuurgangen van de ketel. |
De rookgassen gaan echter nog eens heen en terug via de kanalen in de bemetseling langs de buitenzijde van de ketel. Daarna verdwijnen ze naar de schoorsteen. Zo verwarmt men het water van binnen uit en van buiten af. De stoom verlaat de ketel via de hoofdstoomafsluiter en de leidingen richting gelijkstroom-stoommachine. Sinds 1985 gaat de stoom ook naar de overige machines. |