De "gelijkstroom"-stoommachine
De term gelijkstroom heeft hier niets te maken met elektriciteit, maar slaat op de weg die de stoom volgt.
Bij een gelijkstroom-stoommachine is de inlaat van de verse stoom aan de uiteinden van de cilinder en de uitlaat voor de afgewerkte stoom in het midden. De toe- en afvoer van de stoom liggen hier ver uit elkaar.

Aan de uitlaatzijde van de machine moet een vacuüm heersen voor een goede werking van de machine. Hiertoe is een condensor en een luchtpomp in de kelder geplaatst.
Door deze wegen te scheiden is er nauwelijks begincondensatie van binnenkomende stoom tegen de cilinderwand.
Net als bij de techniek van het "compounderen" levert dit een besparing op het stoomverbruik en een beter rendement van de machine.

De aandrijving van de centrifugaalpomp gaat rechtsstreeks met een as van de machine naar de as van de pomp.